woensdag 20 december 2017

Derde Helft (359)

Makers van voetbalatlas zien GVAV over het hoofd

Ging ik in de voorgaande aflevering van deze rubriek uitgebreid in op de lancering van de Bosatlas van het Nederlandse voetbal, ook dit keer heb ik nog wat noten op mijn zang over dit prachtige en ook informatieve naslagwerk van uitgeverij Noordhoff. Jawel, ik heb een paar onvolkomenheden ontdekt. Sorry dames en heren van Noordhoff, maar ik kom er niet onder uit ze u te melden.

Allereerst de bladzijde met de kaart van Nederland waarop alle clubs staan vermeld die ooit betaald voetbal hebben gespeeld. In de stad Groningen waren/zijn dat FC Groningen, Be Quick 1887, Velocitas 1897, Oosterparkers en last but not least GVAV. Laat nu de belangrijkste club van dit kwintet, GVAV, door de samenstellers over het hoofd zijn gezien. Nota bene de club die in Groningen eredivisievoetbal introduceerde, in 1956. Het is tevens de moederclub van FC Groningen, dat in 1971 via politieke druk de honneurs van GVAV overnam om een breder draagvlak bij het publiek te creëren. Voor een juiste weergave van de historie is wel van belang dat deze misser in de volgende druk wordt hersteld. Waarvan akte graag!

Voor alle zekerheid heb ik nog even op dezelfde kaart gekeken of er nog meer van zulke fouten waren te vinden. En jawel, dat was zo. Bij Den Bosch is BVV – na een fusie met Wilhelmina tot FC Den Bosch getransformeerd) vergeten en bij Amersfoort heeft men HVC, eens landelijk groot in het nieuws omdat het de eerste zaterdagvoetballer (Wout Heinen) contracteerde, tekort gedaan.

En verder mocht je van een Groninger uitgeverij verwachten dat stadion Esserberg een plaatsje had verdiend in de galerij van bijzondere stadions in dit land. Daarvan zijn er acht onder de aandacht gebracht, maar wat de Alkmaarderhout (oude stadion van AZ) en Kaalheide (oude thuishaven Roda JC) nou zo bijzonder maken, is mij niet duidelijk. 

De van 1921 daterende Esserberg van Be Quick wel. Dat is een ontwerp van de aanvoerder van het Be Quick dat in 1920 landskampioen werd, Evert van Linge. Van Linge, ook 13-voudig international, was ook een gerenommeerd architect, met voorliefde voor de Amsterdamse school. Hij liet de tribunes zo bouwen dat iedereen, waar men ook zat of stond, uitzicht had op de cornervlaggen.  Trouwens, ook de Langeleegte had niet misstaan in dit hoofdstuk. Immers, dit was tot een kleine vijf jaar geleden het meest gevreesde stadion van Nederland.

Over Be Quick gesproken, de Good Old beleefde recent een nogal turbulent verlopen jaarvergadering. De 130-jarige zit zo krap bij kas dat per direct de vrijwilligersvergoeding van de eerste selectiespelers is geschrapt, 150 euro per maand. Desondanks waren er ook mooie momenten. Zo werd werd Arnoud Redder, jarenlang vaste kracht in het eerste, geëerd met de Bruins Ovingpet, een jaarlijks eerbetoon voor de meest verdienstelijke Be Quicker van het jaar. Arnoud doet tegenwoordig op de Esserberg allerlei vrijwilligerswerk. En Daan Driever kreeg voor de tweede keer het Hans Tetznerkruis als beste speler van de eerste seletie.

Er werd ook herdacht, want op de dag van Sinterklaas overleed Bob Mouwen, een man die zijn hart had verpand aan de traditieclub en dat op alle mogelijke manieren uitdroeg. Bob werd 81 jaar.

Bij de vroegere aartsrivaal Velocitas 1887 werd eveneens vergaderd door de leden en als gebruikelijk werd deze bijeenkomst opgefleurd met het uitdelen van erespelden. Maar dat ging niet helemaal zoals het moest. John Schokker, de sportminded makelaar en ook bij Velo sponsor, was niet uitgenodigd om zijn speld voor 25-jarig lidmaatschap in ontvangst te nemen van voorzitter Sip Zwerver. 'Glansrijk' vergeten, heette het.

Inmiddels zijn excuses ruimhartig aangeboden, want ja, een weldoener met 20 sponsorjaren heeft recht op een betere behandeling. John Schokker is echter nog altijd not amused. Hij wil niet dat het speldje alsnog per post wordt opgestuurd.
De voormalige topschutter van Velo, Jan Bats sr., werd in het zonnetje gezet als 65-jarig lid; Theo Tent kreeg er eentje voor een halve eeuw lidmaatschap en Henk van Duinen voor 40 jaar Velocitaan.

In de schaatswereld is ook een onderscheiding uitgereikt en wel door het Gewest Groningen/Drenthe van de KNSB. De ontvanger was Henk van den Berg, die na een bestuursperiode van 30 jaar is afgetreden bij de ijsvereniging Bedum, wereldberoemd om haar olie-ijs. Ook hij kreeg een speld, vergezeld door een oorkonde. Behalve voor zijn club deed hij vrijwilligerswerk voor de KNSB, onder meer als jurylid.

Geen speld of iets dergelijks voor mr. Wim Entzinger, maar een een avondje dikkedakken met onder meer Hans Nijland, Robbert Klaver en Arie Wink in het stijlvolle restaurant De Dame aan het Paterswoldsemeer. Op deze wijze werd het vertrek van Entzinger uit de Raad van Commissarissen op gepaste wijze luister bijgezet. Entzinger is overigens niet voor de FC verloren gegaan. Hij blijft met zijn juridische kennis de Trots van het Noorden terzijde staan.

Dikkedakken was er eveneens in Huize Leegwater in Scheemda, waar pater familias Jan zijn tachtigste verjaardag vierde. Dat gebeurde met een exquis Chinees buffet, waarvoor nagenoeg de hele familie aanschoof. Jan, ex-bestuurslid van de KNVB, gevierd wielerspeaker in Noord-Hollandse wielerkoersen en in die hoedanigheid de ontdekker van Steven Rooks, struint met zijn vrouw Ria nog altijd de noordelijke sportvelden af voor een potje amateurvoetbal.

Het gaat weer top met het handbal in Nederland, zeker wat de vrouwen betreft. In Groningen echter, toch de bakermat van deze sport, is er nog steeds sprake van een laagconjunctuur. Maar er wordt gewerkt aan een revival, door handbalclub V en S. De club krijgt daarbij hulp van Lois Abbingh, één van de succesvolle internationals die haar carrière begon bij V en S. Zij geeft 23 december een clinic in sporthal Lewenborg. Daar liep het in elk geval storm voor. Alle 80 te vergeven plaatsen waren in hoog tempo weg. Mooi voor de initiatiefnemers Sandra van Bergen en Sylvia Heinen.

Voor de wind gaat het ook met Yuri Solinger. Als schaatser een subtopper maar als zakenman een absolute topper. Hij is de man achter de zo succesvolle Athleteshop in Groningen, een webwinkel die tot de snelste groeiers in de wereld behoort. De handel gaat zo goed dat Solinger met zijn bedrijf nu al voor de tweede keer in tien jaar tijd gaat verhuizen. Hij begon op het bedrijventerrein bij Ruischerbrug, ging twee jaar geleden naar het een groter pand op het bedrijventerrein langs de oostkant van de Ringweg en betrekt nu een nog veel grotere behuizing aan de westkant van de Ring, het pand waar drukkerij Lijnco vroeger zat en hij 8000 vierkante meter opslagruimte krijgt. Athleteshop telt inmiddels 175 medewerkers en verstuurt dagelijks duizenden pakketten met sportartikelen all over the world.


donderdag 7 december 2017

John Schokker Foundation maakt veel enthousiasme los

Onderstaand verhaal staat deze week in de stadseditie van Groot Groningen.

Groningen – Voor zeventien noordelijke sporttalenten was het een bijzondere Sinterklaasviering dit jaar. Niet alleen werden ze traditioneel goed bedeeld door de Goedheiligman uit Spanje, maar ze kregen ook nog eens een bijzondere verrassing van een andere weldoener. Ze zijn namelijk door de John Schokker Foundation uitverkoren voor op maat gesneden steun om hun ambities als topsporters-in-spé waar te kunnen maken.

Uit de reacties van de 'winnaars' werd duidelijk dat aan een stichting als die van de Hoogkerker makelaar grote behoefte is. Het beklimmen van de topsportladder is nogal prijzig en dan is elke ondersteunende euro welkom. Shorttrackster Roos Antonissen wist zich de koningin te rijk toen zij het heugelijke nieuws kreeg te horen. “Dit komt zo geroepen, jullie geven ons nu een geruste december maand. Op dit moment zit ik in Oberstdorf voor wedstrijden. Die keuze had ik gemaakt in de hoop dat de daaruit voortvloeiende financiële consequenties nog wel opgelost zouden worden. En daar komen jullie echt als engelen uit een heldere hemel. Mijn dank is groot voor deze geweldige schenking.”

Ook de 16-jarige tennisbelofte Niels Visker uit Schildwolde had het over 'fantastisch nieuws'. De zoon van Alwin Visker, ooit een landelijke subtopper, kan nu een mooie stap maken in zijn ontwikkeling. Hij gaat twee goed bezette jeugdtoernooien spelen in Israël. Op die manier speelt hij in op de toekomst als reizen en tennissen het levensritme van een tennisprof bepaalt. Visker: “Deze sponsoring komt heel mooi gelegen. Er waren onzekerheden, zoals geld en school. Dat eerste is nu geen probleem meer. Nu alleen school nog goed regelen.”

De Veendamse judoka Marit Kamps gaat met een hele groep op reis en wel met acht andere talenten van de Judoschool Veendam. Zij gaan eind dit jaar naar een hoog aangeschreven internationale trainingsweek in Berlijn. Kamps ervaart deze uitzending als een lot uit de loterij. “Top om te horen dat u waardering heeft voor mijn sportprestaties en mijn ambities om in de komende jaren het niveau steeds te willen verhogen. Ik ben heel erg blij met de ondersteuning voor deelname aan de internationale trainingsweek in Berlijn en vind het hartstikke tof dat de John Schokker Foundation dit voor sporters doet.” Sander Hoogeveen moest voor deze reis bedanken omdat hij dan is verhinderd, maar zijn verzoek voor een alternatieve trainingsweek in Bremen, is ook ingewilligd.

Niet alle uitverkorenen hebben overigens voor buitenlandse stages en wedstrijden gekozen. Neem de rugbyer Mees Breuker uit Den Andel. Hij vindt dat hij vooral fysiek nog veel te winnen heeft en verkoos daarom een jaarabonnement op een fitnesscentrum bij hem in de buurt. Mees investeert dus in spieren en heeft veel voor een mooi rugbyloopbaan over. Hij zit bij het Regionaal Trainingscentrum in Heerenveen en moet daarom elke dag al om kwart over vijf opstaan om op tijd op school - ook in Heerenveen - te zijn. Zijn wedstrijden speelt hij overigens als lid van de Rugby Club Groningen, waar hij ook nog eens volop traint.” En dat allemaal vanaf het Hogeland.

Ook schaakbelofte Jonas Hilwerda zoekt een extra injectie voor zijn spel in eigen land. Hij opteert voor een trainingsstage bij of Jan Timman dan wel Loek van Wely, twee internationaal zeer vermaarde grootmeesters. Timman was zelfs ooit dicht bij de wereldtitel.

John Schokker is blij verrast dat zijn initiatief om jonge, talentvolle sporters een (financieel) duwtje in de rug te geven, meteen goed is aangeslagen. “En dat heb ik het niet alleen over het enthousiasme bij de sporters die een toewijzing hebben gekregen. Ook de mensen die mij ondersteunen, zoals de leden van de beoordelingscommissie en de commerciële commissie, zijn er bijzonder enthousiast mee aan de slag te gaan. Dit voor mij toch wel verrassende effect geeft een enorme stimulans richting de toekomst. Het helpen van ambitieuze jonge sporters geeft mij een kick. Wij duiken als foundation in een gat dat de politiek laat vallen.”

Schokker, die onlangs ook nog hoofdsponsor van de korfbalclub Nic. is geworden, verwacht dat er komend jaar nog veel meer aanvragen binnen zullen komen. ”Die kant moeten we ook op en het is de bedoeling dat wij de voor talenten beschikbare pot met geld minimaal kunnen verdubbelen. We zijn begonnen met tienduizend gulden en dat hebben ook volledig uitgegeven. We hebben al wat mogelijkheden bedacht om het budget te kunnen verhogen, zoals participatie in de eerste toertocht over het parcours van de Ronde van Groningen.

De John Schokker Foundation is begin dit jaar opgericht, nadat hij 50 jaar was geworden. Naast zijn steun aan FC Groningen, Donar en nu dus ook Nic., wilde hij ook iets voor de jeugd doen. Eén van zijn sportvrienden adviseerde hem een noordelijke kopie te maken van het Leo van der Karfonds. Leo van de Kar was een Amsterdammer met een gerenommeerde sportzaak. Via deze weg hebben latere toppers als tennisser Tom Okker, biljarter Dick Jaspers, wielrenner Servais Knaven, tafeltennister Bettine Vriesekoop, schaker Jan Timman en ook 'onze eigen' Rutger Smith (kogelsoter) een flinke stap voorwaarts kunnen zetten.

Dit idee sloeg bij Schokker aan, waarna aan de slag ging met de vorming van een stichting. Oud-profvoetballer Atjan Ebbinge, onder meer speler van FC Groningen, SC Heerenveen en BV Veendam en tegenwoordig kaderfunctionaris van de VVCS (Vereniging Van Contract Spelers), vond hij bereid het voorzitterschap op zich te nemen. In de commissie die de kandidaten moeten wegen, hebben prominenten als Karin Kienhuis (ex-topjudoka), Hans Robben (vader van Arjen) en voormalig ijshockeyinternational Johan Toren zitting genomen. Het stafbureau wordt bemand door Ger van Gelder, in het verleden onder meer directeur van het Sportbureau Noord (SPRON) en laatstelijk directeur-sportief van GRC Groningen.

Voor komend jaar verwacht Schokker een forse stijging van het aantal kandidaten voor ondersteuning, gelet op gang van zaken dit jaar. Van Gelder kreeg al met al ruim vijftig aanmeldingen voor bijstand van de Foundition. Na zorgvuldige weging, inclusief persoonlijke gesprekken met kandidaten en hun ouders, hebben er dus 17 de vlag in top kunnen steken.

De gelukkigen zijn: Roos Antonissen, Groningen (shorttrack); Mees Breuker, Den Andel (rugby), Annelie Bultena, Veendam (judo); Fleur Douwes, Paterswolde (judo); Sarah Hector, Scheemda (judo); Jonas Hilwerda, Groningen (schaken); Thom Hensens, Scheemda (judo); Isa Heideveld, Sappemeer (judo); Sander Hoogeveen, Veendam (judo); Marit Kamps, Veendam (judo); Jop van der Laan, Haren (rolstoelrugby; Amber Musters, Assen (judo); Lars van Oostrum, Wildervank (judo); Bente Patist, Haren (tennis); Paulien Snijder, Sappemeer (judo); Vera Raspe, Assen (judo) en Niels Visker, Schildwolde (tennis).




woensdag 6 december 2017

Derde Helft (358)

Wie waren de voetballers achter hun straatnamen in de Stad?

Groot is mijn dank richting uitgeverij Noordhoff, die onlangs de Bosatlas van het Nederlandse voetbal op de markt bracht. Ik kreeg namelijk, aangesproken als het Sportgeweten van het Noorden, tot mijn verrassing een exemplaar aangeboden door een werknemer van dit gerenommeerde Groninger bedrijf, de heer Bas Baalmans.
Eerder die was ik al gebeld door Niiwino Geertsema, verslaggever van RTV Noord (als ook oomzegger van oud-amateurinternational en ACV-er Jack Soumeru) die het fraaie boekwerk ook al had ingekeken. Hij wilde meer weten van de voetballers die in Groningen een straat naar zich kregen vernoemd. Met name Piet de Koe zei hem niets.

Vandaar dat ik, speciaal voor de jongere generaties in Stad en Ommeland, de verdiensten van roemrijke Groninger voetballers die zijn gezegend met een straatnaam, nog even de historische revue laat passeren. Landelijk gezien, zo meldt deze Bosatlas-special, scoort Groningen overigens goed met deze vorm van eerbetoon aan voormalige voetbalhelden. Het zijn er om precies te zijn veertien, verdeeld over twee wijken. De eerste 'voetbalwijk' is gesitueerd aan de oostzijde van het Van Starkenborghkanaal, de tweede op de velden van het tot woonwijk omgevormde Oosterparkstadion.

Dan nu de namen, op anciënniteit:

Hans Tetzner – Hij mag de meest prominente Be Quicker aller tijden worden genoemd. Tetzner, van 1898, was het boegbeeld van de ploeg die in 1920 landskampioen werd. Als J.C. Tetzner is hij opgenomen in galerij van internationals. Daarvoor kwam hij acht keer uit, onder meer bij de Olympische Spelen van Parijs in 1924. Verder maakte hij furore als uitvinder van de buitenspelval, destijds overigens heel onsportief gevonden. Na zijn voetbalcarrière werd hij arts en onderscheidde Hans Tetzner zich als chirurg, met als specialiteit het opereren van zogenaamde voetbalknietjes. Zijn medische kennis werd ook door Johan Cruijff geapprecieerd. Jarenlang was Tetzner diens lijfarts. Bij Be Quick 1887 wordt hij tot op de dag van vandaag geëerd met het Hans Tetznerkruis, een wisseltrofee voor de beste speler van het seizoen.

Appie Groen – Ook één van de vele internationals van het elftal dat in 1920 landskampioen werd. Appie, geboren (1901) in Harendermolen en bij de burgerlijke stand ingeschreven met de voornamen Albert Geert, heeft vijf keer in het Nederlands elftal gespeeld. Hij was meestal linksbinnen, zoals in de kampioenswedstrijd tegen het Rotterdamse VOC. Hij scoorde de openingstreffer op het veld achter Villa Gelria (ter hoogte van de Goeman Borgesiuslaan), de opmaat voor de 4-0 zege.

Siebolt Sissingh – Ook al een speler van Be Quicks fameuze kampioensteam en in het verlengde daarvan eveneens Oranjeklant, zij het dat het voor de rechtshalf bij slechts één interland bleef. Dat was op 12 juni 1921, in Kopenhagen tegen Denemarken. Waar alle voornoemde spelers vroeg of laat uitvlogen, bleef Siebolt Be Quick trouw en diende hij de club na zijn actieve loopbaan in diverse kaderfuncties.

Otto Bonsema Het boegbeeld in de hoogtijdagen van Velocitas, in de jaren dertig van de vorige eeuw. Met deze groenwitte club won hij in 1934 de KNVB Beker door Feyenoord in de finale met 3-2 te verslaan. Bonsema was een van de doelpuntenmakers. Hij was ook zesvoudig international en scoorde in het oranjeshirt twee keer. Door een ruzie over betalingen verkaste hij naar GVAV, waar hij zich vooral verdienstelijk maakte als trainer. Onder zijn leiding promoveerde GVAV na de invoering van het betaalde voetbal naar de eredivisie.

Klaas Schipper (1910) – Geen voetballer, maar een voetbalscheidsrechter. Eén van de beste van Nederland en een logisch gevolg daarvan was dat hij in 1949 international werd. Hij debuteerde in Oslo met de wedstrijd Noorwegen-Joegoslavië. Een hoogtepunt was in 1953 ook zijn rol als vlaggenist bij de wedstrijd van de eeuw, Engeland-Hongarije. Hij assisteerde arbiterslegende Leo Horn en zag de Engelsen voor het eerst op het helige Wembley verliezen. Schipper nam ook al met een bijzondere wedstrijd afscheid. Dat was in 1959, toen het Braziliaanse Santos van de nieuwe wereldster Pele in het Oosterpark een vriendschappelijke wedstrijd speelde tegen Feyenoord.

Henk Plenter (1913) – Hij is de annalen ingegaan als Mister Be Quick, toentertijd nog gewoon Meneer Be Quick geheten, refererend aan het ooit zo elitaire karakter van de Esserbergclub. Hendrik Albrecht Plenter behoorde overigens niet tot de kampioensgeneratie van Tetzner en co., maar trok voor en na de Tweede Wereldoorlog de aandacht als een rijzige stopperspil met veel tactisch inzicht. Heroïsch waren toen de duels tussen hem en Abe Lenstra, het wonderkind van Heerenveen. Plenter kwam ook in beeld van de Keuze Commissie van de KNVB en haalde ook de selectie voor het WK van 1938, maar verder dan het Nederlands B-elftal reikte hij uiteindelijk niet.

Klaas Buist (1927) – Bijzonder populaire clubvoetballer bij GVAV, vooral in de beginjaren van het betaalde voetbal. Was een onverzettelijke back die 's lands beste rechtsbuitens hele lastige middagen bezorgde. De in het dagelijks leven als kachelsmid de kost verdienende Buist speelde bijna 400 wedstrijden (384) in GVAV 1. Hij debuteerde als 19-jarige in 1946 en zette er een punt achter in 1964. Samen met Abel Alting vormde hij in die periode een klassiek backstel. Buist, bijgenaamd Neuze, was een vaste keus in het noordelijk elftal, dat destijds regelmatig wedstrijden speelde tegen andere regionale seletieteams, als ook semi-interlands tegen het Noord-Duitsland van Uwe Seeler.

Jan Groninger (1933) – Kind van het Oosterpark, waar hij als voetballer opgroeide bij volksclub Oosterparkers, dat destijds ook in het Oosterparkstadion professioneel speelde. Maar wel twee klassen lager, in de tweede divisie. Jampie, bijgenaamd Proppe, viel daar op met zijn razendsnelle rushes over rechts. Een logisch gevolg was dat hij door de 'grote broer' GVAV van Oosterparkers werd gekocht voor 3000 gulden, de vaste vergoeding voor amateurclubs toen. Hij speelde er drie seizoenen en was in die periode goed voor 20 doelpunten. Goed voor een mooie transfer naar Go Ahead.

Piet de Koe (1934) – Werd altijd liefkozend Pietje genoemd in het Oosterpark, waar hij in het blauwe shirt met de rode ster van GVAV tot 197 wedstrijden kwam. Meestal als rechtsbuiten, maar als het zo uitkwam ook als rechtsbinnen. Pietje de Koe, een blonde krullenkop, was een behendige speler met scorend vermogen. Hij kwam tot 47 treffers. Met zijn eerste was hij, op 17-jarige leeftijd, gelijk matchwinner. Dat gebeurde in Tiel, waar Theole met 1-0 werd verslagen. Net als Buist was Piet de Koe het prototype van een typische clubspeler, die goed bij het publiek lag met getrukte acties en op maat gesneden voorzetten.

Tjerk Bolhuis – Jarenlang het boegbeeld van Oosterparkers, waar hij zich opwierp als een spelbepalende speler. Het kind van Plan Oost wist wat mouwen opstropen was. maar voetbaltechnisch stond hij ook zijn mannetje. Toen Oosterparkers in 1955 toetrad tot het betaalde voetbal, kreeg uiteraard ook Tjerk Bolhuis een contract aangeboden. Lang duurde zijn professionele carrière niet, want al in 1959 legde de klassieke volksclub al weer het loodje vanwege geldgebrek. Tjerk Bolhuis kon elders als semi-prof terecht, maar bleef zijn club trouw. Als amateur was hij jarenlang vaste keus in het toen nog bestaande Nederlands amateurelftal. Nadat hij met voetballen was gestopt, diende hij Oosterparkers nog als trainer en jeugdopleider.

Piet Fransen (1936) – De enige van dit stel die al bij leven een straatnaam naar zich kreeg vernoemd, de Piet Fransenlaan op de grond waar hij zo veel mensen heeft vermaakt met zijn buitengewone voetbalkunsten. Een eerbetoon op zich. Behalve dat hij een bal goed kon raken, liet hij zich binnen de lijnen ook gelden als entertainer. De laatste voetbalclown in de Nederlandse stadions. Op de top van zijn loopbaan verdiende hij een transfer naar Feyenoord. Pietje de publieksvoetballer voelde zich prima thuis op het podium in de Kuip, maar zijn vrouw Lena kreeg al snel last van heimwee. Na een jaar werd hij daarom al weer de bekendste melkboer van Nederland en beleefde hij nog tal van mooie jaren in het Oosterpark. Eerst met GVAV, later – vanaf 1971 – met FC Groningen. Zijn loopbaan werd opgefleurd met zes oranjeshirts.

Tonny van Leeuwen (1943) – Alias de Leeuw van Groningen. Eén van de meest, zo niet de meest geslaagde transfer in de geschiedenis van het Groninger voetbal. Gekocht van het Rotterdamse Sparta ontpopte deze keeper zich weldra tot een ware publiekslieveling met zijn gedurfde en spectaculaire manier van keepen. Dat uitte zich bij alle thuiswedstrijden in een sinaasappelregen van het volk achter zijn doel, nadat bleek dat Van Leeuwen tussen het keepen door regelmatig sinaasappeltje fijnkneep en het vocht in zijn keel goot. Als GVAV'er haalde hij ook Oranje, maar als international was hij geen schim van de 'onpasseerbare' clubkeeper bij GVAV. Zijn interlandcarrière zat er dan ook al na twee dramatische wedstrijden op. Aan zijn leven kwam ook al een dramatisch eind. Nadat hij in 1971 in Rotterdam de prijs voor de minst gepasseerde keeper in het betaalde voetbal had ontvangen, botste hij met zijn witte Mercedes in het holst van de nacht bij Meppel op een vrachtauto. Hij was op slag dood.

Henk Cornelis (1946) – Een karakteristieke eigen kweekspeler, die vanuit de jongste jeugd van GVAV doorstroomde naar de eredivisie. Hij stond bekend als een stijlvolle, soepele en ook snel handelende verdediger, die echter ook meedogenloos kon zijn als de nood aan de man was. Henk Cornelis speelde in tal van vertegenwoordigende jeugdelftallen, maar het allerhoogste (Nederlands elftal) was niet voor hem weggelegd. Zijn staat van dienst als clubvoetballer daarentegen was groot. Voor GVAV speelde hij 156 keer in het eerste elftal en toen GVAV haar proflicentie had overgedragen aan aan FC Groningen ook nog 180 wedstrijden in (qua kleurstelling) diverse shirts van de FC.

En verder is de voetbalwijk aan Van Starkenborghkanaal later aangevuld met een Klaas de Witpad. Het was een actie van de Groninger kunstenaar Christof Beukema en oud-schaatser Peter Boogers, die vonden dat de in 1989 overleden Klaas de Wit ook in deze wijk blijvend herdacht moest worden. De Wit was er jarenlang jeugdtrainer van GVAV, die talenten als Henk Cornelis, Hugo Hovenkamp en Bert Witkop naar de top (eredivisie) leidde.